Modern monetary theory: een nieuwe (?) (en misleidende) doctrine voor ongebreidelde overheidsexpansie

2 november 2024 ,

Twee economen van het Mises Institute hebben een heel goede video online gezet waar ze MMT op een grondige en gedegen manier bekritiseren . Hieronder kan je de video bekijken waarna ik de verschillende punten verder zal bespreken:

  • MMT begint typisch met een boekhoudkundige identiteit : kort gezegd komt het erop neer dat wanneer de overheid een tekort (overschot) boekt de gecompenseerd wordt meet een overschot (tekort) elders (met name dus in de privé-sector, of in een open economie in het buitenland). Of zoals Bob Murphy zegt: in een gesloten systeem komen alle netto financiële activa samengeteld uit op nul. Dat betekent met andere woorden ook dat de private sector enkel positieve financiële activa kan hebben wanneer de andere sector (overheid, of het buitenland) hen geld verschuldigd is (i.e. een tekort heeft). Daarmee wil MMT u doen geloven dat de private sector enkel kan sparen (financiële activa, zoals overheidsobligaties, verwerven) als de overheid ontspaart. Een overheidstekort is dus niet alleen geen enkel probleem, het zelfs een levenslijn voor de private sector.
  • De stelling dat de private sector de overheid nodig heeft om te sparen (en dus te investeren) en om activa op te bouwen is op zijn zachts gezegd merkwaardig te noemen. Dat zou immers betekenen dat private personen geen groei kunnen realiseren zonder de overheid (of het buitenland) als tegenpartij en dat is duidelijk niet het geval.
  • Er is bovendien geen symmetrie tussen overheid en private sector. Als een private onderneming geld leent van de overheid (via de uitgifte van een obligatie bvb. – een financieel actief), dan moet ze dat geld uiteindelijk terugbetalen (plus rente). Die onderneming kan dat alleen doen via productieve investeringen wat dan weer leidt tot economische groei. Als de overheid daarentegen geld leent van de private sector en ze moet dat geld terugbetalen dan doet ze dat typisch niet via productieve investeringen (al zijn die investeringen er wel, maar dat is maar een klein deel van het overheidsbudget) maar ofwel via het bijdrukken van geld, of via het verhogen van de belastingen (of via herschikken van de schuld). Er is met andere woorden een groot verschil wanneer het tekort zich situeert bij de overheid dan wel de private sector. Bij een overheidstekort mag de private sector zich dan wel verheugen op een toename van financiële activa – of dat een goede zaak is voor de economie is een andere zaak. Dit is gekoppeld aan de zgn. “financialisering” van de economie, waar we nog op terug zullen komen.
  • En dat is dan weer verbonden aan wat Jonathan Newman opmerkt: de overheid heeft een tekort, gaat geld lenen bij de private sector, wat de private sector in staat stelt om overheidsobligaties te accumuleren. Om deze obligaties terug te betalen, komt de overheid uiteindelijk opnieuw bij de private sector terecht maar dan wel een andere groep die ofwel meer belastingen moeten betalen, ofwel de gevolgen dragen van het bijdrukken van geld (ie. inflatie). Een overheidstekort komt dus niet de gehele private sector ten goede, maar enkel de obligatiehouders. Al de rest draagt de gevolgen.
  • Dus niet alleen is een overheidstekort slecht voor de economische groei, bovendien zorgt het ook voor een herverdelingseffect, een herverdelingseffect dat de ongelijkheid eerder doet toenemen ipv. afnemen. Uiteraard beleggen ook gewone burgers in overheidsobligaties (bvb. wanneer de regering weer eens geld nodig heeft, en niet de belastingen wil verhogen, dan schrijft ze een staatsbon uit, zoals onlangs een paar keer is gebeurd), maar het grootste deel van de staatsschuld zit bij grote ondernemingen, banken, en professionele beleggers.
  • (Het deel met Jared Bernstein moet je maar bekijken. Commentaar lijkt overbodig.)
  • De poging om aan te tonen dat een overheidstekort niets bijzonders is, omdat daar noodzakelijkerwijs een surplus in de private sector tegenover staat, is dus duidelijk mislukt. MMT heeft echter nog andere truuken van de foor. We moeten eigenlijk goed beseffen dat MMT een “theorie” is gericht op de overheid. De aanhangers ervan willen politici doen geloven dat er wel degelijk een “free lunch” is en dat de overheid hoge tekorten kan opstapelen zonder bevreesd te zijn voor mogelijke gevolgen.
  • Zoals Newman zegt, heeft de overheid verschillende mogelijkheden om zijn tekorten te financieren, maar die hebben allemaal vervelende politieke gevolgen. Het verhogen van de belastingen is politiek onpopulair en kan je de verkiezingen doen verliezen, geld bijdrukken kan leiden tot inflatie en ook dat is niet populair onder de bevolking (inflatie is een belangrijk thema van de presidentsverkiezingen in de V.S. bvb.). Het geld lenen kan dan weer leiden tot hogere rentevoeten, wat ook negatieve economische en politieke gevolgen met zich meebrengt. De overheid probeert dan ook de negatieve gevolgen af te zwakken door een balans te zoeken tussen verschillende methoden.
  • Voor MMT is er echter een mooie oplossing, zeker voor de V.S. dat immers kan lenen in de eigen munt. MMT beweert namelijk dat de V.S. gewoon al het geld kan bijdrukken dat ze nodig heeft voor de doelen waaraan ze dat geld wil besteden, zonder vervelende politieke gevolgen. Ze moeten alleen uitvissen waar ze het geld aan willen besteden zonder zich zorgen te maken over de financiering ervan. En uiteraard is het eerste waaraan de MMT’ers toevallig denken klimaatverandering. Hoeveel dat ook zou mogen kosten, geen zorgen over maken dames en heren politici. Gewoon geld bijdrukken (wat dan ook in de praktijk massaal gebeurd)!
  • Hoe gebeurt die balanceeroefening dan juist? Bob Murphy geeft een goed voorbeeld van wat ze deden tijdens de Tweede Wereldoorlog (MMT is dus in feite niets nieuws). Door geld bij te drukken riskeer je dus immers inflatie. Wat de overheid tijdens WO2 vervolgens deed was de uitgifte van “war bonds” (oorlogsobligaties) waardoor het geld opnieuw uit de circulatie werd onttrokken en het inflatiegevaar kon worden bezworen, terwijl de oorlogsinspanning verder kon worden gefinancierd (en de belastingen niet hoefden te worden verhoogd). Kortom, inflatie is volgens MMT het enige probleem als je zelf al het geld kan drukken dat je nodig hebt (of denkt nodig te hebben), en ook daar kan een mouw aan gepast worden.
  • Het hoeft geen betoog deze deze doctrine bij de overheid een grage afnemer vindt: het kan immers nu geld spenderen aan eender wat, terwijl de politiek gevolgen kunnen worden geminimaliseerd. Dat dit allemaal weinig transparant en democratisch is, zoals Von Mises tientallen jaren geleden al heeft beweerd, is van geen belang.
  • Hoe moeten we deze “theorie” nu eigenlijk politiek situeren? Gezien MMT in realiteit een ongebreidelde expansie van de overheid rationaliseert en mogelijk maakt, ligt het voor de hand om de doctrine aan de linkerzijde te situeren (of misschien zelfs extreem-links, want MMT staat duidelijk links van het Keynesianisme, lange tijd de economische theorie achter de Sociaal-democratie). Maar dat is iets te eenvoudig. Merk immers op dat gedurende de oorlog in Irak deze “doctrine” (die zoals gezegd, eigenlijk niet nieuw is, want al tijdens de Tweede Wereldoorlog toegepast) werd aangehaald door de regering-Bush. Vooral aan de linkerzijde (zie bvb. Joseph Stiglitz The Three Trillion Dollar War: The True Cost of the Iraq Conflict) werd de oorlog als onbetaalbaar bekritiseerd terwijl net de rechtse Bush-regering de bevolking op de mouw spelde dat de financiering ervan helemaal geen probleem was. Saddam moest verwijderd worden want die had massavernietigingswapens; en daar mag wel wat miljarden (of biljoenen) dollars aan besteed worden.
    Zowel links als rechts gebruikt met andere woorden dezelfde MMT-doctrine zolang het haar goed uitkomt. Rechts om oorlogen te voeren en links voor de klimaatverandering. Al is ook dat onderscheid sinds de oorlog in Oekraïne niet langer houdbaar (wat doet denken aan de uitspraak van W.F. Hermans: “het verschil tussen links en rechts is dat tussen twee groepen bedriegers, waarvan de ene aan de macht is, de andere is zelfs dat niet”).
  • In de video wordt tot slot ook nog stilgestaan over verschillende opvattingen over het ontstaan van geld. Voor de geïnteresseerden kan verwezen worden naar de video, aangezien het niet zoveel belang heeft voor ons betoog over MMT, behalve dan het een mooi voorbeeld is van de misleidende manier waarop MMT’ers hun doctrine proberen te onderbouwen.
  • Tot slot nog een woordje over de link met de financialisering van de economie en de nefaste gevolgen daarvan. Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw hebben de overheden in het Westen voortdurend tekorten op de begroting. Het aantal jaren met een overschot zijn op één hand te tellen. Dit leidt ertoe – zoals MMT correct opmerkt – dat de private sector (of tenminste een selecte groep binnen de private sector) niet anders doet dan overheidsobligaties accumuleren. Niet alleen banken maar ook veel grote ondernemingen hebben nu meer inkomsten uit het verlenen van financiële diensten – waaronder het lenen aan overheden – ipv. uit investeringen in de reële economie. Het gevolg is een stagnatie van die reële economie en bijgevolg ook van de welvaart van de bevolking. Ook sinds de jaren zeventig neemt de groei van de productiviteit immers decennium na decennium af (ondanks grote technologische innovaties) en dreigt ze nu zelfs stil te vallen. En zoals Paul Krugman schreef in zijn boek The Age of Diminished Expectations: “Productivity isn’t everything, but in the long run it is almost everything.” Of zoals de IMF schrijft:
    “Productivity is a foundation of prosperity. The only way a country can raise its standard of living sustainably is to produce more with existing or fewer resources. You cannot do that without improving productivity. It’s that simple.”

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *